Bouwsector zoekt handen

Het ronkt weer op de bouwplaats. Sinds de woningmarkt aantrekt, stromen orderportefeuilles vol en plust de omzet in de bouwsector. Deze weelde heeft echter een keerzijde, want waar halen bouwbedrijven goede vaklui vandaan die goed en vooral duurzaam kunnen bouwen?

Bouwsector zoekt handen

tekst: Evert Barten

Het ronkt weer op de bouwplaats. Sinds de woningmarkt aantrekt, stromen orderportefeuilles vol en plust de omzet in de bouwsector. Deze weelde heeft echter een keerzijde, want waar halen bouwbedrijven goede vaklui vandaan die goed en vooral duurzaam kunnen bouwen?

Op de bouwplaats

Water sijpelt naar beneden vanaf de eerste verdieping. Hier, op het Torenplein in het Zeeuwse Oosterland, realiseert Bouwbedrijf Boogert enkele eengezinswoningen. Een gele truck van Betonmortel Grevelingen staat klaar om cement op de verdieping te storten zodat die voor altijd vochtdicht is. Maar eerst moet de ondergrond goed nat zijn. Nou, dat zit wel snor.

Uitvoerder Theo den Engelsman bekijkt de voorbereidende werkzaamheden met een kritische blik. Zojuist is hij even bij de bouwplaats op de Lange Achterweg geweest, want daar verrijzen drie geschakelde woningen met vrij uitzicht over de polder. Die zijn al iets verder gevorderd, want bouwvakkers zijn daar bezig met de achtergevel op de eerste verdieping. Een kraantje, bestuurd door een andere werknemer van Boogert, geeft de op maat gemaakte kalkzandsteenblokken aan.

„Het mooie is dat de werkzaamheden elkaar nu precies opvolgen”, zegt Den Engelsman terwijl hij naar het Torenplein loopt. „Als de betonwagen hier klaar is, kan hij naar Nieuwerkerk. Daar lopen nog twee projecten waar ik verantwoordelijk voor ben.”

Bouwprojecten als deze zijn op dit moment door heel Nederland te vinden. De bouwsector is dan ook conjunctuurgevoelig. Draait de economie beter, dan stijgen de huizenprijs en de vraag naar woningen. En
daarmee nemen de hoeveelheid werk en het aantal vacatures in de sector toe.

Het aantal vacatures in de bouw stijgt weer (x 1000), tegelijk met het bbp (in procenten), de gemiddelde huizenprijs (in procenten t.o.v. het jaar ervoor) en de omzet van grote bouwbedrijven (meer dan honderd man personeel). Cijfers uit tweede kwartalen van genoemd jaar

Jarenlange ervaring

Bouwvakker John den Braber loopt even van de bouwplaats af. Helm op het hoofd, boormachine in de hand. Hij werkt sinds zijn 18e in de bouw –nu al 32 jaar– waarvan de helft van de tijd bij Boogert. „Het mooie van ons bedrijf is dat we bij alles betrokken zijn, van de fundering tot de laatste plint.” Den Braber veegt het water van zijn gezicht als zijn collega iets uitschiet met de waterstraal. „Dat hoort erbij hè?” zegt hij met een grijns. „Tegelijk is dit buitenwerk voor veel jonge jongens niet aantrekkelijk. Het is soms fysiek zwaar en het weer is ook niet altijd gunstig. Dat schrikt af. De meeste jongeren verdienen hun geld liever op een iets makkelijkere manier.”

En daar ligt een probleem voor de sector, die tijdens de crisis hard is getroffen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn er sinds 2008 zo’n 200.000 mensen vertrokken, al dan niet gedwongen. Een slordige 270.000 bleven, ruim 100.000 kwamen weer terug. En dat is lang niet genoeg om de bouwproductie op te voeren.

Vooral jongeren zijn hard nodig, hoor je overal. Die zijn immers flexibel en relatief goedkoop. Daarnaast is het werknemersbestand bij bouwbedrijven aan het vergrijzen, terwijl juist nieuwe technieken hun intrede
doen. Duurzaam bouwen is immers de trend. Denk aan gasloze nieuwbouwwoningen die zelfvoorzienend zijn door middel van warmte-koudepompen, zonnepanelen en andere ‘groene’ installaties. Daarvoor is kennis nodig, die de ‘oude garde’ vaak niet heeft en die jongeren zouden kunnen meebrengen in een bedrijf.

Hans Boogert, directeur van het gelijknamige bouwbedrijf in Oosterland, herkent deze trend. „Duurzaamheid neemt een hoge vlucht, ook door stimulatie van de overheid. Waarbij je niet alleen aan installaties moet denken, maar ook aan de schil: die moet goed zijn.” Boogert doelt op een goede isolatie van buitengevels, vloer en dak. „Op dit terrein zijn er de laatste jaren grote stappen gezet. Om de kennis op dat vlak op peil te houden, organiseren we regelmatig cursussen voor onze werknemers of we brengen een bezoek aan toeleveranciers.”

Jong bloed

In de praktijk leren jongeren van ouderen en andersom. Een grote bouw plannen is voor een jongere te hoog gegrepen, maar een junior is wel razendsnel met de computer of iPad die op bouwplaatsen niet meer weg te denken zijn. Denk alleen maar aan het gebruik van bouwwerkinformatiemodellen, afgekort met BIM. Dat zijn geavanceerde 3D-modellen van te bouwen objecten die het ouderwetse papierwerk nagenoeg overbodig maken.

Jong en oud met elkaar in verbinding stellen is dan ook het devies. Maar dan moeten de jongeren er wel zijn. Bouwvakker Den Braber heeft er een hard hoofd in. „Vroeger zaten er zo’n 1200 jongeren op de technische school waar ik op zat, nu zijn het er misschien nog een paar honderd. Van wie slechts
een deel voor de bouw kiest. Dat is te weinig.”

Een stagebegeleider van een bouwbedrijf elders in het land vroeg enkele weken geleden aan een student CNC-draaier, die computergestuurde freesmachines kan bedienen: „Hoeveel mensen zitten er bij je in de klas?” Zijn antwoord was veelzeggend: „Drie.”

Ook op het Hoornbeeck College, met locaties in Amersfoort, Apeldoorn, Gouda, Rotterdam en Kampen, was er de laatste jaren een duidelijke dip te zien in het aantal jongeren dat de studierichting techniek koos. Waren er in 2012 nog 320 jongeren die startten, drie jaar later waren het er 283. Vorig jaar trok het aantal studenten weer iets aan en die trend zet door: dit jaar kozen 427 jongeren voor techniek, waarbij timmeren (niveau 1 en 2) en middenkaderfunctionaris (niveau 4) de populairste specialismen zijn.

Imago

Imago speelt een belangrijke rol in het wel of niet kiezen voor de bouw. Je zult als jongere in een vriendengroep maar de enige zijn die met zijn handen gaat werken. En dan ook nog ‘bouwvakker’ genoemd worden...

De vraag is of dit terecht is. Kerkvader Isaac Ambrosius (1604-1664) schrijft in zijn boek ”Het zien op Jezus” over Jezus, Die samen met Jozef timmerman was. „Hierin is vertroosting voor mensen van de geringste
staat: gelijk het boerenleven geëerd is geweest in de persoon en staat van de eerste Adam vóór de val, alzo hier het handwerkersleven. O, wat een armoede, nederigheid en strengheid van onze Jezus! Het is in die tijd bijzonder gebleken in Zijn arbeiden, werken, houwen van hout en dergelijke.”

En nog altijd is het bouwvakkersleven een hard leven, erkent ook Boogert. Zijn overgrootvader, opa en vader verdienden hun geld op de steiger en ook Boogert zelf weet hoe het is om in weer en wind buiten te moeten werken. „Maar dat is het ook waard als je iets mag maken wat de klant tevreden stelt. We hebben in de bouw een prima cao met goede afspraken. Dat mogen jongeren ook weten.”

„Als uitvoerder
denk je in
oplossingen”

Marco Stouten (45)
uitvoerder bij Bouwbedrijf Boogertin Oosterland

„Als uitvoerder
denk je in oplossingen”

Marco Stouten (45)
uitvoerder bij Bouwbedrijf Boogertin Oosterland

„Als uitvoerder moet je altijd een stap vooruitdenken. Ik zeg weleens tegen de jongens: „Jullie zijn nu nog hiermee bezig, maar ik ben alweer bij de volgende klus.” Ik organiseer het werk op de bouwplaats, regel en
bestel de materialen, bewaak de planning en voer overleg met alle betrokken partijen. Kortom, ik probeer te zorgen dat de zaken zo efficiënt mogelijk verlopen. Dat proces loopt van werkvoorbereiding tot oplevering.

Na mijn middelbareberoepsopleiding ben ik als timmerman aan de slag gegaan bij een aannemer in Tholen. Op een zeker moment ben ik overgestapt naar bouwbedrijf Boogert, dit was in 1998. Eerst als timmerman, toen als voorman en nu als uitvoerder. Een voorman doet eigenlijk hetzelfde werk als de uitvoerder, maar dan op kleinere bouwplaatsen. Ook werk je meer mee met de jongens op de werkvloer.

Vijftien jaar geleden kwam mijn baas naar me toe en zei: „Volgens mij moet jij uitvoerder worden.” Ik zei: „Oké. Wanneer?” Het antwoord was: „Morgen.”

Een dag later stond ik op een enorme bouwplaats. Maar ik had nog gewoon dezelfde trui aan, hoor. Het was wel een verandering: er waren daar heel veel mensen en ik hoorde voortdurend mijn naam roepen. Iedereen moest wat van me. ’s Avonds had ik pijn in mijn hoofd en zei ik tegen mijn vrouw: „Ik
weet het niet, hoor, of dit wat voor me is.”

Maar dat was de eerste avond; het werk wende snel. Je draagt de verantwoordelijkheid voor het hele bouwproces en dat moet je liggen. Een gladde rug is handig, want je krijgt best veel over je heen. Goed kunnen communiceren en je tactisch opstellen zijn ook eigenschappen die nodig zijn.

Ik hoop dat ik dit werk tot mijn pensioen mag en kan blijven doen. Ik heb een vrije baan en geen twee dagen zijn hetzelfde. Elke bouwklus, of het nu een kerk of een surfschool is, blijft een uitdaging. Het inspelen op wat ik zie en het vóór zijn van dingen vind ik leuk. Het scheelt dat ik zelf op de werkvloer heb gestaan. Ik probeer altijd creatief te zijn en te denken in oplossingen. Want is er een probleem, dan verander je dat niet. Het is er, dus je kunt hoogstens evalueren hoe het is ontstaan. Wat je moet doen, is het oplossen.

Ja, ik kan dit vak anderen zeker aanraden.”

Betaalt het een beetje, werken in de bouw? Volgens loonwijzer.nl heeft een timmerman met enkele jaren ervaring een
brutomaandsalaris van 2000 tot 2500 euro. Een uitvoerder zit daar zo’n 500 euro boven. „Op zich zijn er in de cao marktconforme salarissen afgesproken, maar deze zijn de afgelopen jaren onder druk komen te staan”, zegt Chris Baggerman, coördinator arbeidsvoorwaarden van de RMU. „Weliswaar is er een groot tekort aan vakmensen, maar de mogelijkheden voor bedrijven zijn grenzeloos. Europa kent veel werkzoekenden. Met het grootste gemak worden er Polen, Bulgaren en Roemenen ingezet. Inmiddels bestaat bijna de helft van het aantal mensen dat werkzaam is in de bouw uit zelfstandigen. Het uurtarief van de gemiddelde zzp’er is gestegen van 25 naar 45 euro. Daardoor ontstaat steeds meer een gelijk speelveld met de werknemers in loondienst.”

„Maak
duurzaamheid
aantrekkelijk”

Bernard Wientjes
voorzitter Taksforce Bouwagenda

„Maak duurzaamheid aantrekkelijk”

Bernard Wientjesvoorzitter Taksforce Bouwagenda

Met het tekenen van het klimaatakkoord in Parijs heeft Nederland zich verplicht tot duurzaam bouwen, zegt Bernard Wientjes. Hij mag, als voorzitter van de recent opgerichte Taskforce Bouwagenda, een „extreem uitdagende doelstelling” waarmaken: in 2050 moeten ruim 8 miljoen huizen en gebouwen energieneutraal zijn.

Dat is een flinke klus.

„En heel hard nodig. De bebouwde omgeving van Nederland is verantwoordelijk voor 40 tot 50 procent van de totale uitstoot van CO2. Om dit naar nul te krijgen, is een nieuwe manier van denken, ja een revolutie nodig: niet alleen energieneutraal, maar ook circulair bouwen, waarbij materialen hergebruikt worden. Er is haast bij, want tot 2050 hebben we nog zo’n 8000 arbeidsdagen. Dat betekent dat we 1000 gebouwen per dag moeten verduurzamen.”

Hoeveel mensen zijn daarvoor nodig?

„We koersen op een productiviteitsstijging van 30 procenttot 2030 en denken 50.000 extra mensen nodig te hebben. Maar dat is niet alles.Alleen met behulp van innovatie zullen we deze klus kunnen klaren. Denk aanwanden die uit een 3D-printer komen en gemaakt zijn van herbruikbaar materiaal.Op de Bouwcampus in Delft zijn allerlei innovatieve bedrijven bezig omdergelijke oplossingen te bedenken.”

Zijn de dagen van de traditionele bouwvakker daarmee geteld?

„In ieder geval gaat er veel veranderen voor die mensen. De oude manier van bouwen is: je metselt muren, zet er een dak op en hangt er een hr-ketel in. De nieuwe manier gaat echter uit van een energieneutraleinstallatie. Daaromheen komen 3D-geprinte materialen die eerst zo veel mogelijk in de fabriek gemonteerd zijn. In de toekomst zul je steeds minder mensen op de bouwplaats zelf aan het werk zien.”

Is dat niet jammer?

„Misschien wel, maar tegelijk zie ik dat steeds minder jongeren voor de bouw kiezen. Dat heeft onder meer te maken met het imago van hard werken onder soms barre omstandigheden. Dankzij innovaties kunnen we het werk leuker en aantrekkelijker maken voor jongeren. Met de MBO Raad zijn we ook bezig om een nieuw profiel te ontwikkelen voor de bouwvakker van de toekomst.
Trouwens, het is ook wel nodig dat we anders gaan bouwen. Bakstenen, die we al meer dan 500 jaar gebruiken, zijn niet meer in staat om de nodige energiereductie te leveren.”

De bouwsector is conjunctuurgevoelig. Over tien jaar staan jongeren die nu warmgemaakt zijn voorde bouw, misschien weer op straat.

„Je ontkomt er niet aan dat er in de bouw hoog- en laagconjunctuur is. Maar: we hebben voor ”Parijs 2050” getekend. Dat betekent een enorme opgave voor bouw en infra. Wat ik hoop is dat de urgentie gaat doordringen, zoals die ook doordrong toen we met het Deltaplan aan de slag gingen. Het water moesten we buiten de deur houden, daar was en is iedereen het over eens. Zo moeten we ook de CO2-uitstoot uit de bouw halen. Er moeten nu eenmaal 100.000 huurwoningen en 100.000 eigen woningen per jaar verduurzaamd worden, hoe de stand van de economie ook is.”

Wat als de nieuwe bouwvakker toch niet te vinden is?

„Ik ben positief gestemd dat het wel gaat lukken. Maar het nieuwe kabinet zal duurzaamheid wél aantrekkelijker moeten maken, zowel voor de consument als voor bouwbedrijven. En natuurlijk voor jongeren die een baan in de nieuwe bouw moeten zien zitten. Bij dezen roep ik het kabinet dan ook op:maak het leuk!”

„Als keukenmonteur
maak je
mensen blij”

Carlo Vos (28)
keukenmonteur bij homekeukens

„Als keukenmonteur maak je mensen blij”

Carlo Vos (28)keukenmonteur bij homekeukens

Met een negen-tot-vijfmentaliteit kom je er niet in dit vak, zegt Carlo Vos (27), keukenmonteur bij homekeukens in Ridderkerk.

„Als keukenmonteur heb je een allroundbaan. Ik ben tegelzetter, loodgieter en elektricien tegelijk. Het leuke aan mijn vak is dat ik mooie dingen maak. Je kunt je creativiteit erin kwijt. En je maakt mensen altijd blij.

Natuurlijk, een keuken is een keuken, maar uitdagingen zijn er altijd. Bijvoorbeeld een muur die niet recht is. Of kasten die op maat gemaakt moeten worden. Er komt vaak iets extra’s kijken bij het werk dat ik doe.

Ik ben zo van de middelbare school in dit vak gerold. Mijn vader had een interieurbouw­bedrijf en als jongetje was ik altijd in de werkplaats te vinden. Eerst werkte ik voor hem, nu ben ik monteur bij homekeukens in Ridderkerk.

Daar doe ik ook servicediensten. We hebben door heel Nederland klanten, dus ik ben veel onderweg. Dat is leuk, hoor. Dan kan het zomaar gebeuren dat ik een dag in Zeeland ben en op de boulevard mijn boterhammetjes kan eten.

Ik maak gemiddeld zo’n 45 uur per week. Je moet wel passie hebben voor dit werk. Als ik ergens bezig ben en om halfvijf heb ik nog een uurtje werk, dan til ik dat niet naar de volgende dag.

Wat mijn toekomst betreft: ik denk niet dat ik dit werk tot mijn 65e blijf doen. Ik wil nog wel wat doorgroeien. Werkvoorbereiding lijkt me wel wat. Dan ben je deels op locatie en deels op kantoor. Een stapje verder, weer iets nieuws leren; dat spreekt mij aan. Maar op dit moment ben ik tevreden met wat ik doe.

Ik werk vaak alleen. Soms krijg ik de sleutel van de woning, dan gaan de mensen naar hun werk en ben ik de hele dag in m’n eentje aan het werk. Ik weet niet beter, ik ben wel een rustig type, dus ik vind het wel oké. Soms is het leuker om met z’n tweeën een klus te doen, maar vaak loop je elkaar in de weg. Het is niet altijd praktisch om samen een keuken te installeren.

Ik kan dit werk anderen aanraden. Wat je nodig hebt? In elk geval geen negen-tot-vijfmentaliteit. En je moet het leuk vinden om met je handen te werken, dingen te maken. Er zijn steeds minder vakmensen, dat vind ik jammer. Ook zie ik dat weinig jonge jongens voor dit werk kiezen. Ik hoop dat dit verandert.”

Werken in de bouw zwaar? Dat valt, vergeleken met een jaar of veertig geleden, erg mee. Dat zegt Cees Everaert, bedrijfsarts bij de ArboUnie. „Zwaar tillen en veel sjouwen is flink teruggedrongen ten opzichte van twee generaties terug. Het is nu verboden om materiaal te tillen dat meer dan 25 kilo weegt. Natuurlijk is tillen niet volledig uit te bannen, maar het is nu eerder uitzondering dan als regel. Voor allerlei mogelijke knelpunten zijn oplossingen of praktische uitkomsten bedacht. Daar zijn op papier en op internet complete catalogi voor beschikbaar, gericht op specifieke beroepsgroepen in de bouwsector.”

„Circulair bouwen
is een kans”

Leontien de Waal
marktanalist Rabo Real Estate Finance

„Circulair bouwenis een kans”

Leontien de Waalmarktanalist Rabo Real Estate Finance

Het tekort aan personeel in de bouwwereld gaat de komendejaren alleen maar oplopen, waarschuwt Rabo Real Estate Finance, het bouw- envastgoedexpertisecentrum van de Rabobank. Marktanalist Leontien de Waal ziet echter ook kansen voor de sector.

Hoe groot is het personeelstekort precies?

„Dat is lastig te bepalen. Tijdens de crisis zijn zo’n 200.000 vaklui uit de sector vertrokken, terwijl er iets meer dan 100.000 werknemers en zelfstandigen zijn ingestroomd. Een deel is voor zichzelf begonnen en verhuurt zich nu als zzp’er. Deze groep vormt trouwens een nieuwe uitdaging voor bouwbedrijven. Tot voor kort waren zelfstandigen relatief goedkope krachten. Nu het echter beter gaat, beginnen ook zij aan de prijsknop te draaien. Zich verhuren onder de marktprijs –wat een aantal jaren geleden nog gebeurde– doen ze niet meer.”

Hoe zit het met de verhouding tussen jong en oud?

„De bouw was vroeger een ‘jonge’ sector, maar kampt nu metvergrijzing. Tijdens de crisis lag de woningbouw nagenoeg stil en was er weinig tot geen perspectief voor jongeren om de bouw in te gaan. Dat zie je nu terugin het personeelsbestand. Ook wat oudere, zeer capabele mensen zijn uitgestroomd. Veel bedrijven beginnen nu weer met bedrijfsscholen, om hun eigenmensen intern op te leiden.”

Moet het loon niet gewoon omhoog om jongeren over de streep te trekken?

„Dat heeft een beperkt effect, denk ik. Natuurlijk speelthet financiële element een rol, maar mensen kiezen uiteindelijk voor een baan vanuit een intrinsieke motivatie. Dat je trots kunt zijn op wat je doet.Bedrijven zullen richting het onderwijs goed moeten aangeven waar ze behoefteaan hebben en het onderwijs zal het vak leuk moeten presteren. Ze hebben elkaar hard nodig.”

Duurzaamheid is een trend in de bouw. Hoe beïnvloedt dat de sector?

„Dat heeft een beperkt effect, denk ik. Natuurlijk speelthet financiële element een rol, maar mensen kiezen uiteindelijk voor een „Je merkt dat vooral kleinere bedrijven het hier somsmoeilijk mee hebben. Als kleine speler heb je niet de slagkracht om veel teinvesteren in kennis, terwijl dat wel moet. Een tijdje geleden hoorde ik dateen kleine installateur een warmteterugwininstallatie moest plaatsen. Hij kwamer echter niet uit en moest uiteindelijk de fabrikant er bij halen. Personeelbij grotere bedrijven is over het algemeen breder opgeleid.” een intrinsieke motivatie. Dat je trots kunt zijn op wat je doet. Bedrijven zullen richting het onderwijs goed moeten aangeven waar ze behoefte aan hebben en het onderwijs zal het vak leuk moeten presteren. Ze hebben elkaarhard nodig.”

Welke kansen ziet uvoor de sector?

„Een belangrijke trend is het circulair bouwen, waarbij grondstoffen zo veel mogelijk hergebruikt worden. Dit vergt wel een heel nieuwe manier van denken voor bedrijven. De kansen zie ik daarom vooral op de lange termijn liggen. Door circulaire bouw hoeven gebouwen niet meer worden afgeschreven. De restwaarde zal veel hoger liggen, omdat materialen opnieuw inzetbaar zijn. Ook de manier van bedrijfsvoering zal veranderen. Een leverancier van kozijnen bijvoorbeeld zal in kaart moeten brengen waar hij zijn kozijnen heeft afgezet, om ze op termijn weer terug te halen en opnieuw in te zetten.”

„Klant is dankbaar
voor deur
die niet meer klemt”

Jaco van der Zande (36)
timmerman uit Elspeet 

„Klant is dankbaar voor deur die niet meer klemt”

Jaco van der Zande (36)uit Horst, timmerman

Als je dag in dag uit fysiek werk doet, is het belangrijk goed naar je lichaam te luisteren. Dat zegt Jaco van der Zande (36) uit Elspeet, timmerman bij bouwbedrijf Van de Kolk in Garderen.

„De meest bijzondere klus die ik heb gedaan, was vorig jaar: de verbouwing van een vooroorlogse villa. Het oorspronkelijke ontwerp van de architect moest intact blijven. We mochten bijvoorbeeld niet aan het torentje boven op het huis komen. Dat was nogal een uitdaging. Want de bewoners wilden een kelder onder het huis, waarvoor we de buitenmuren grotendeels moesten afbreken.

Ik zit in de kleinbouw, woningen dus, en doe vooral verbouwingen. Op dit moment ben ik in een boerderij aan het werk. In oude huizen kom je soms echt voor verrassingen te staan, bijvoorbeeld mooie sierdetails. Dat vraagt om creatieve oplossingen. Ik werk ook graag in monumentale panden. Sowieso is dit vak leuk, want je maakt mensen blij. Een deur die niet meer klemt na wat schaafwerk; daar kan iemand echt dankbaar voor zijn.

Toen ik nog in Apeldoorn op de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap zat, wist ik al dat ik timmerman wilde worden. Mijn oom had een eenmanszaak in de bouw en ik ging vaak met hem mee en mocht dan kleine dingetjes doen. Het werk sprak me aan en op zeker moment zei mijn oom dat ik later wel bij hem aan de slag kon gaan. Ik ben na de middelbare school een opleiding gaan volgen voor primair timmerman en voortgezet timmerman. Daarna heb ik een aantal jaren bij mijn oom gewerkt. Sinds 2003 ben ik in dienst bij bouwbedrijf Van de Kolk in Garderen.

Ik ben nu voorman, wat inhoudt dat ik dingen moet regelen en de bestellingen doe. Die combinatie is prima, maar of ik uitvoerder wil worden, weet ik nog niet. Dan heb je het grootste deel van de dag een telefoon in je hand, ben je echt alleen maar aan het regelen. Ik ben er nog niet uit of dat iets voor mij is. Ik ben ook leermeester. Dat betekent dat ik leerling-medewerkers begeleid. 

Over mijn toekomst in dit vak denk ik wel na, ook vanwege de gezondheidsaspecten. Als je dag in dag uit fysiek werk doet, is het belangrijk goed naar je lichaam te luisteren. Ik heb nog nergens last van, maar stel dat ik problemen met mijn rug zou krijgen, dan moet ik een beslissing nemen: we moeten door tot 67. Ik zie soms jonge jongens van alles optillen, ongeacht het gewicht. Ik noem dan vaak de uitdrukking: Alles wat met oliedruk kan, moet je niet met je bloeddruk doen.”

Bouwmedewerkers in loondienst kunnen –op vrijwillige basis– gebruik maken van preventie-onderzoeken. Die zijn onderdeel van de cao, dus werkgevers zijn verplicht ze aan te bieden. „Zo is er een periodieke gezondheidscheck voor hart en longen, ogen en oren, huid, spieren en gewrichten”, zegt Cees Everaert, bedrijfsarts bij de ArboUnie. „Ook kun je elke vier jaar een gesprek krijgen over je toekomst in de sector. Dan gaat het bijvoorbeeld over de vraag: hoelang kun je je werk fysiek en mentaal blijven doen?” 

Zzp’ers kunnen geen aanspraak maken op deze regelingen. Joakim Rotttiné, adviseur ondernemers bij de RMU, adviseert hen een goede arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten die zorgt voor doorbetaling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid. „Zorg ook dat je verzekerd bent tegen aansprakelijkheidsrisico’s bij schade tijdens een ongeval.”

„Metselen is
meer dan
stenen stapelen”

Erik Hop (19)
metselaar in opleiding

„Metselen is
meer dan stenen stapelen”

Erik Hop (19)metselaar in opleiding

Hij heeft zichtwerk. Als metselaar Erik Hop (19) uit Horst ergens langs rijdt, kan hij zeggen: „Dat daar heb ik gebouwd, en dat ook.” Hij werkt bij Van Lagen Metselwerken in Terschuur.

„Toen ik in groep 6 zat, werd er bij ons thuis een schuur gebouwd. De metselaar vertelde over zijn werk en ik vond het zo interessant dat ik me heb ziekgemeld om te kunnen meehelpen. Als je zo jong bent, besef je nog niet hoe precies het metselen komt. Je bent gewoon leuk aan het stenen stapelen.

Maar het is een secure bezigheid. Een muur moet vlak en waterpas zijn. En het voegen moet netjes gebeuren. Het duurt een paar jaar voor je dat onder de knie hebt. Inmiddels lukt dat goed, nu moet ik nog meer snelheid maken.

Ik volg een mbo-opleiding voor metselaar aan het Deltion College in Zwolle. Elke maandag ga ik naar school, de rest van de week ben ik aan het werk bij Van Lagen Metselwerken uit Terschuur. We zijn nu bezig met de restauratie van een oude molen in Groenekan. De helft van de muur is gesloopt en we zijn een nieuwe aan het metselen. Ik vind zowel nieuwbouw als restauratie leuk. Werken aan oude muren is speciaal, er komt vaak meer vakmanschap bij kijken. In mijn opleiding leer ik nu ook de moeilijker technieken, zoals zogeheten boerenvlechtingen of ronde bogen boven kozijnen.

Ik heb ervoor gekozen om na de basisopleiding nog twee jaar door te leren. Behalve moeilijker metseltechnieken leer je dan ook van alles over werkorganisatie. Ik kreeg dit advies van mijn baas. „Het is goed voor je”, zei hij. School is niet altijd leuk, maar het hoort erbij.

Twee keer heb ik meegedaan aan het Nederlands Kampioenschap Metselen voor mbo’ers. Beide keren werd ik tweede; volgend jaar probeer ik het opnieuw. Als je wint, mag je naar het Europees Kampioenschap in Boedapest.

Leeftijdgenoten reageren zowel positief als negatief op het werk dat ik doe. Sommigen lijkt het maar niks om altijd buiten te zijn. Ik heb er geen problemen mee. Als het een dag koud is, stap je ’s avonds gewoon onder de warme douche. Je went eraan om altijd buiten te zijn, je bouwt ook weerstand op. En in de zomer is juist weer heerlijk werken.

Metselaar is het mooiste beroep dat er is. Het is zichtwerk. Ik zie altijd iets terug van wat ik heb gemaakt. Dan rijd je ergens langs en kun je zeggen: „Dat daar heb ik gebouwd.”

Eenmaal een metselaar, altijd een metselaar? Dat kan, maar hoeft niet. Er zijn verschillende doorgroei- en verandermogelijkheden voor mensen die in de bouw werken. Denk aan functies als calculator, werkvoorbereider, voorman, uitvoerder, projectleider en bedrijfsleider. Vacatures zijn er momenteel genoeg en dat blijft nog wel even zo, zegt Rob Witjes, hoofd Arbeidsmarktinformatie bij het UWV. „De kans is groot dat het aantal moeilijk vervulbare vacatures komend jaar nog verder toeneemt. Tijdens de crisis is de instroom van jongeren vanuit het mbo fors gedaald. De bouw staat dan ook voor een forse uitdaging. Niet alleen jongeren zijn hard nodig, iedereen die affiniteit met de sector heeft is welkom.”

"In de bouw" is een uitgave van het Reformatorisch Dagblad.
Tekst: Evert Barten en Fija Nijenhuis, beeld: RD, ANP, iStock, Anton Dommerholt, Rob Kamminga, Erik Kottier en Sjaak Verboom
Vormgeving: Ton Hoeflaak
©2017 Reformatorisch Dagblad